-
1 een flater slaan
een flater slaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een flater slaan
-
2 een flater slaan
v. mucker -
3 een geweldige flater slaan
een geweldige flater slaan -
4 flater
-
5 flater
♦voorbeelden:een geweldige flater slaan • gaffer lourdement -
6 blunder
n. blunder, grove fout--------v. grove fout maken; heen en weer bewegen; struikelenblunder1[ blundə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blunder ⇒ flater, miskleun♦voorbeelden:1 make a blunder • een bok schieten, een flater slaan————————blunder2〈 werkwoord〉1 blunderen ⇒ een stomme fout begaan/maken, een flater slaan2 strompelen ⇒ (voort)sukkelen, zich onhandig voortbewegen♦voorbeelden:2 blunder on • voortsukkelen, voortstrompelenhe blundered through the poem • hij worstelde zich moeizaam door het gedichtblunder into a tree • tegen een boom opknallenblunder (up)on something • tegen iets aanlopen, door toeval/geluk iets vinden -
7 gaffer
gaffer [gaafee]1 een flater slaan ⇒ miskleunen, blunderen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) blunderen -
8 boob
n. flater, stommiteit; sufferd; tietboob1————————boob2 -
9 clanger
-
10 bloomer
-
11 foot
n. voet; been; meeteenheid; stap; voetstuk, poot (v.e. bed); randen (v.e. blad papier)--------v. dokken; te voet gaan; dansenfoot1[ foet] 〈meervoud: feet〉5 onderste/achterste/laatste deel ⇒ (uit)einde♦voorbeelden:I won't set foot in that house • ik zet geen voet in dat huisstand on one's own feet • op eigen benen staanfoot by foot • voet(je) voor voet(je)on one's feet • op de been, overeind; er (weer) bovenop, beter; onvoorbereidput on one's feet • op de been/er bovenop helpenhave a foot in the door • de eerste stap gezet hebbenhave one foot in the grave • met een been in het graf staanhave/keep one's feet (set) (firmly) to/on the ground • met beide benen op de grond staancarry/sweep someone off his feet • iemand meeslependig in one's feet • z'n poot stijf houdenget to one's feet • opstaanjump to one's feet • opspringenkeep (on) one's feet • overeind/op de been blijvennot put a foot wrong • geen fout makenrecover one's feet • weer overeind komen/krabbelentread under foot • onderdrukkenmy foot! • kom nou!1 tred ⇒ gang, (voet)stap♦voorbeelden:swift of foot • vlug ter been————————foot2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: foot, feet〉————————foot3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 make a blunder
een bok schieten, een flater slaan -
13 drop a clanger
-
14 make a bloomer
-
15 put one's foot in it/one's mouth
put one's foot in it/one's mouth -
16 Bock
Bock1〈m.; Bock(e)s, Böcke〉2 bok, blunder, flater♦voorbeelden:einen, den Bock haben • (zitten te) bokken2 einen Bock schießen • een blunder, flater slaan(einfach, nur so) aus Bock • (zomaar) voor de lol, gein————————Bock2〈o.; Bocks, Bock〉1 bock(bier), bok -
17 gaffer lourdement
gaffer lourdement -
18 einen Bock schießen
een blunder, flater slaan
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский